Een slaapregressie? We maken het allemaal mee met onze baby’s en kinderen: denk je op het gebied van slaap eindelijk het juiste ritme te pakken te hebben en dan gaat het ineens mis. Je baby of kind heeft opeens moeite met gaan slapen, wordt vaker wakker en/of langer wakker gedurende de nacht en de dutjes overdag verlopen spontaan moeizamer.
Wat is er dan aan de hand? De kans is groot dat je baby (en jij) te maken heeft met een slaapregressie. Makkelijker gezegd, dan gedaan! Lees hier hoe je een slaapregressie herkent en tips wat je kunt doen om het makkelijker voor jezelf en je kindje te maken.
Wat is een slaapregressie?
Een slaapregressie is een periode waarin je baby of kindje die voorheen goed sliep, ineens tijdelijk minder (goed) slaapt. Eigenlijk gebruiken we de term slaapregressie liever niet, maar noemen we het liever slaapprogressie. Je baby of kindje slaapt namelijk slechter doordat hij/zij nieuwe vaardigheden leert en bepaalde mijlpalen bereikt.
De duur van een slaapregressie varieert. Sommige ouders merken slechts enkele dagen en nachten slechtere slaap op, anderen geven aan dat hun kindje een paar weken lang onrustiger is tijdens de slaap. We kunnen dus inderdaad stellen dat een slaapregressie een fase is en dat het slaapgedrag zich gelukkig wel weer hersteld.
Goed om te weten: slaapregressies hangen niet samen met de mentale sprongen uit ‘Oei, ik Groei!’. Wel komen beide op redelijk voorspelbare momenten voor en bij zowel sprongen als slaapregressies maakt je kindje een iets ‘moeilijkere’ periode door.
Wanneer doet een slaapregressie zich voor bij jouw baby?
Natuurlijk is elke baby uniek, toch zijn er een aantal generieke momenten te herkennen dat je kindje progressie maakt en daardoor in meer of mindere mate last kan hebben van slaapregressie. De meest voorkomende momenten zijn:
- 4 maanden: onderscheid tussen zichzelf en iemand anders, ook omrollen lukt nu.
- 8 of 9 maanden: zitten, kruipen, optrekken – je kindje is volop in beweging!
- 12 maanden: de taalontwikkeling maakt snelle sprongen en ook worden de eerste stapjes gezet.
- 15 maanden: je dreumes gaat steeds beter lopen en doet waarschijnlijk ook minder slaapjes overdag.
- 18 maanden: je kindje gaat van twee naar een dutje en ook verlatingsangst kan zijn intrede doen.
- 24 maanden: je peuter begrijpt het leven steeds beter en krijgt een eigen wil – dat kost energie!
Hoe kun je een slaapregressie herkennen?
Elke kindje slaapt weleens slecht, maar een slaapregressie is anders. Als je baby slechter slaapt, kan dat wijzen op een slaapregressie en deze kun je herkennen aan:
- Het gaat om een langere periode dan slechts een of enkele nachten
- Slecht slapen zonder aanwijsbare reden
- Minder goed in slaap komen
- Onrustig slapen, vaker wakker worden
- Vaker huilen tijdens de slaap
- Overdag humeurig zijn
- Vaker huilen of hangen
Je kindje slaapt slecht zonder aanwijsbare reden (zoals een verhuizing, geboorte broertje of zusje, omschakeling klok etc). Vooral het ’s nachts slaapt je baby slechter. Dit kan zijn dat het moeilijker is om in slaap te vinden, maar vaak verloopt de nachtrust onrustiger en is deze korter. Maar ook dutjes kunnen korter of onrustiger zijn. Het kan ook zijn dat je kindje zo maar een slaapje overdag overslaat.
De slechtere slaap merk je ook overdag aan je kindje: het kan een slechter humeur hebben en huiliger of hangeriger worden. Dit is niet alleen voor jou vervelend, maar ook voor je kindje. Bovendien kan dit het slaappatroon verder verstoren.
Slaapregressie 4 maanden
De eerste regressie doet zich voor rond de leeftijd van 4 – 5 maanden. Deze vindt plaats doordat je baby het onderscheid leert maken tussen zichzelf en jou. Ook maken ze meer onderscheid tussen de diepe en de lichte slaap waardoor de overgang van de lichte naar de diepere slaap moeilijker kan verlopen.
Bovendien gaat de motoriek van je baby vooruit; zo zijn ze bezig met leren omrollen. Dit kost niet alleen kracht, maar is ook een hele stap in de hersenen van je kindje waardoor deze actiever zijn en je kindje slechter slaapt. Welkom bij de eerste slaapregressie van je baby!
Slaapregressie 8 maanden of 9 maanden
Deze slaapregressie begint bij 8 maanden wordt ook weer veroorzaakt door ontwikkeling. Je kindje kan nu waarschijnlijk zelfstandig zitten, het kruipen zet door en sommige kindjes trekken zichzelf op naar een staande positie.
Ook beginnen ze met categoriseren, de opstap naar het leren van taal. Omdat dit ook de leeftijd is dat je kindje begint te begrijpen dat niet alles hetzelfde is, speelt hier ook een nieuwe fase qua hechting. Ook doorkomende tandjes kunnen zorgen voor fysieke ongemakken.
Rond de achtste of negende maand komt het derde dutje geleidelijk te vervallen. Kortom, er is veel gaande in de ontwikkeling van je baby van 8 maanden en dit kan leiden tot een korte of iets langere slaapregressie periode.
12 maanden – baby 1 jaar slaapt ineens slecht
Slaapt je baby van 1 jaar opeens slecht? Rond de eerste verjaardag tref je deze slaapregressie doordat de taalontwikkeling zich doorzet. Ook mobiliteit speelt een rol, want sommige kindjes beginnen op deze leeftijd met lopen. Dit allemaal kost extra energie van jouw baby. Bovendien kan je baby zich hierdoor wat onrustig voelen. Allemaal redenen dus om minder goed te slapen en de slaapregressie rond de 12 maanden is een feit!
15 maanden
Niet elke baby krijgt er mee te maken, maar ook rond de 15 maanden kan het zijn dat jouw baby opeens slechter slaapt en je kunt dan ook nu weer een slaapregressie verwachten. Zoals je trouwens ziet gebeurt dit bijna elke drie maanden.
Het ‘vervelende’ is echter dat dit niet exact voor elke baby gelijk is. Zo kan jouw baby ook opeens slecht slapen met 14 maanden. Het gaat daarom meer om de ontwikkeling dan om het aantal maanden.
De slaapregressie van rond de 15 maanden komt door twee grote veranderingen die er rond dit tijdstip optreden; zelfstandig lopen en de overgang van twee naar een dutje. Al kan dit laatste ook pas later plaatsvinden, zo rond de 18 maanden.
Slaapregressie bij 18 maanden
Je kindje van 18 maanden – inmiddels al een echte dreumes – begint de taal steeds beter door te krijgen en maakt rond deze leeftijd ook de overgang van 2 dutjes naar 1 dutje overdag. Verlatingsangst kan hier weer gaan pieken en driftbuien kunnen zich ook ineens (weer) voordoen. Je dreumes maakt nu eenmaal heel veel mee dat allemaal verwerkt moet worden!
Ook hier is het dus heel normaal dat er bij 18 maanden een tijdelijke slaapregressie optreedt. Je baby slaapt slechter: minder snel of lang of slaapt onrustiger. Juist op het moment dat je kindje zijn of haar slaap extra nodig heeft door alle ontwikkelingen die er bij 18 maanden plaatsvinden.
Probeer (flexibel) aan het slaapritme vast te houden, herken slaapsignalen op tijd en zorg voor een fijn en consistent bedritueel voor je baby, zodat je deze slaapregressie zo makkelijk mogelijk laat verlopen.
24 maanden oftewel 2 jaar
Zo rond de 2 jaar breekt bij jouw kindje weer een nieuwe fase met nieuwe vaardigheden aan. Dit is de fase die draait om ‘ik ben 2 en ik zeg nee’. Je peuter begrijpt oorzaak en gevolg steeds beter en zijn zich heel bewust van het feit dat ze keuzes kunnen maken.
Rond de 24 maanden treedt waarschijnlijk voor de laatste keer een slaapregressie op. Natuurlijk betekent dit niet dat je kindje vanaf dan altijd goed slaapt. Het betekent alleen dat momenten van slechter slapen niet perse gedreven worden door progressie in het leven van je kindje.
Tips om een slaapregressie aan te pakken
Slaapregressies zijn geen pretje, de mijlpalen die je kindje bereikt wel! Blijf, hoe moeilijk dan ook, deze vooruitgang voor ogen houden en blijf consistent reageren tijdens de slaapregressies.
Zorg ervoor dat je je kindje voldoende gelegenheid geeft om te slapen en voorkom het ontstaan van slaapassociaties (in slaap wiegen, voeden etc.). Slaapregressies zijn namelijk vaak de aanzet tot slaapassociaties, omdat we op deze momenten juist van alles uit de kast trekken om onze kindjes in slaap te krijgen.
Kijk wat je kunt doen om je kindje toch zo zelfstandig mogelijk in slaap te laten vallen. Een paar extra tips om slaapregressie aan te pakken:
- Wees flexibel: slaapregressies zijn tijdelijk en dus kan het tijdelijk nodig zijn om je schema flexibel aan te passen aan de behoeften van je baby of kind
- Geef extra veel knuffels en liefde, juist in deze moeilijke tijd voor je kindje
- Vraag hulp aan een eventuele partner, verdeel bijvoorbeeld ‘nachtdiensten’
- Accepteer tijdelijk dat je baby of kind wellicht om extra voedingen vraagt gedurende de nacht
- Help je kindje ontspannen door bijvoorbeeld een heerlijk warm badje of een rustgevende massage
- Vervroeg de bedtijd van je kindje. De meeste kindjes zijn klaar om te slapen tussen 18.00 uur en 19.30 uur
- Probeer extra korte dutjes overdag te voorkomen, houd je aan het aantal dutjes dat past bij de leeftijd. Anders gaat je kindje ’s nachts nog minder goed slapen.
Veelgestelde vragen
[sc_fs_multi_faq headline-0=”h3″ question-0=”Hoe lang kan een slaapregressie duren?” answer-0=”Gemiddeld duurt een slaapregressie tussen de twee en zes weken. Vaak zijn de eerste weken het pittigst, waarna de nachten langzaam weer beter worden. Elk kindje heeft in de eerste twee tot drie levensjaar verschillende keren een slaapregressie. Maar niet alle slaapregressies gelden voor alle kindjes.” image-0=”” headline-1=”h3″ question-1=”Welke weken slaapregressie?” answer-1=”Bij een slaapregressie kijk je meestal naar de leeftijd van je kindje in maanden en niet in weken. De meest voorkomende slaapregressies vinden plaats rond 4 maanden, 6 maanden, 8 maanden, 15 en 18 maanden.” image-1=”” count=”2″ html=”true” css_class=”faq”]